Eet wat in je omgeving groeit
Alles wat men van dichtbij haalt, is goed voor mens en milieu.
Lokale producten zijn beter voor ons gestel dan de groente-en fruitsoorten die we van ver halen. Alles wat wij tot ons nemen, heeft een energetisch effect op ons lichaam. Nog los van temperatuur en bereidingsvorm.
Uitheemse gewassen worden, met name in de wintermaanden, geïmporteerd uit zuidelijke landen. Wil een kiwi, sinaasappel of stronk broccoli in een warme omgeving kunnen overleven dan moeten deze kouwelijk van aard zijn om de hitte in die zuidelijke gebieden te kunnen trotseren. Vervolgens worden ze naar ons koude klimaat gebracht. Zou men bijvoorbeeld een kiwi in de koude grond begraven dan zou deze binnen korte tijd veranderen in een onooglijk hoopje moes. De kiwi bevat dus niet voldoende warmte-energie om hier in ons koude klimaat te kunnen overleven. Een rode kool of spruit daarentegen kan men dagen- of zelfs wekenlang bewaren in de koude grond. Zeker tijdens de wintermaanden met temperaturen onder of rond het vriespunt, is het dus raadzaam om verwarmende en stevige winterkost zoals bijvoorbeeld stamppotten van boerenkool of zuurkool te eten. Ook voedzame soepen gemaakt van bijvoorbeeld erwten of linzen zijn dan heerlijk. In de zomer is het daarentegen geen probleem om rauwkost en kort- en heet gebakken (in bijvoorbeeld een wok) voedingsmiddelen te nuttigen. Omdat wij deel uitmaken van de natuur om ons heen, is het raadzaam om te kiezen voor lokale producten van het desbetreffende seizoen.